maandag 24 september 2012

[review] Mumford & Sons - Babel

In 2009 maakte Nederland –en de rest van de wereld – kennis met de Britse band Mumford & Sons, die in minder dan een jaar (!) tijd van de bovenzaal van Crossing Border en Doornroosje Nijmegen doorstootten naar de Alpha tent op Lowlands en de Heineken Music Hall in Amsterdam. Dit deden ze met aanstekelijke, meezingbare en radiovriendelijke folk- pop gemixt met bluegrass. Zelfs de grootste banjo- hater zong destijds mee met megahit Little Lion Man en de band werd geadopteerd door vele radiozenders, en dan vooral 3FM. De banjo was niet langer een suf, stoffig instrument, maar juist een garantie voor een feest – want dat zijn de concerten van Mumford & Sons.

Nu is het dan eindelijk zover: het vervolg op succesalbum Sigh No More is er. Babel knalt er meteen goed in, het titelnummer bevat alle elementen die de band 3 jaar geleden populair maakte bij het grote publiek. De banjo is wederom volop aanwezig en Marcus Mumford’s stem lijkt iets rauwer geworden. Hoe hij “I’m gonna tear them down” schreeuwt snijdt dwars door de ziel, en we geloven hem op z’n woord.

Helemaal nieuw is Babel niet: Whispers in the Dark werd voor het eerst live gespeeld tijdens de Sigh No More tour en is daarmee een van de ‘oudjes’ op het album. Ze hebben het goed uitgewerkt en er zit een mooie opbouw in – inclusief opkomende banjo en bijpassende stemmige koortjes. Ook hebben we al kennis gemaakt met de eerste single, I Will Wait. Een enorm catchy nummer dat ongetwijfeld grijsgedraaid zal worden op de radio. Het is weinig subtiel, maar wel lekker en vooral goed mee te zingen. Bij dit nummer komen de eerste stadion- associaties naar boven: het hele album is wat grootser aangepakt wat de meeklap- en zingbaarheid ten goede is gekomen.

Holland Road is ook single materiaal en volgt ongeveer hetzelfde patroon als de voorganger. De ingrediënten snel – langzaam – snel, samenzang, trompetje, banjo en aaaaaah’s kunnen ook hier afgevinkt worden. Het resulteert in een fijn nummer, maar de inwisselbaarheid kan niet ontkend worden. Hetzelfde geldt voor Hopeless Wanderer en Lover of the Light: live favorieten in de dop. Gelukkig wordt het ‘geweld’ van het begin onderbroken door Ghosts That We Knew. Dit welkome rustpunt is een prachtige emotionele ballade met een mooie tekst.

"So give me hope in the darkness that I will see the light
Cause oh that gave me such a fright
But I will hold on as long as you like
Just promise me that we'll be alright"


Het tweede ‘oudje’ Lover of the Light is uitgewerkt tot een potentiële live- knaller. Het heeft een bepaalde euforie op het einde dat prima gecombineerd kan worden met vuurwerk of een lichtshow – dat was 3 jaar geleden nog compleet ondenkbaar maar het is echt heel snel gegaan met deze band. Lover’s Eyes is een zwakkere broeder op de plaat: het heeft dezelfde opbouw als veel van zijn voorgangers, maar de rijmende teksten zijn hier storend en dit maakt het tot een inwisselbaar en saai geheel. Het wanhopige liefdesliedje Reminder is helaas wat kort, maar kent een erg mooi refrein. (A constant reminder of where I can find her/ A light that might give out the way/ is all that I'm asking for / without her I'm lost / and my love don't fade away).

Broken Crown doet qua sfeer en intro denken aan Thistle & Weeds van Sigh No More: heerlijk donker. Dit nummer heeft de twijfelachtige eer de vreemdste tekst van Babel te bevatten: I took the rope/ And I fucked it all away. Geen idee wat we dáár mee moeten..
Below My Feet is wederom een subtiel opgebouwd nummer en bereikt een climax die het ongetwijfeld goed gaat doen live. Helaas is de afsluiter Not With Haste een saai en tekstueel zwak nummer, “This ain't no sham/ I am what I am/ I leave no ties/ For a cynic’s mind” hoort nou niet bepaald tot het sterkste dat Marcus Mumford ooit heeft geschreven.

Wie Babel voor het eerst aan een luisterbeurt onderwerpt zal misschien het idee hebben steeds naar dezelfde nummers aan het luisteren te zijn. De plaat heeft echter meerdere luisterbeurten nodig om de nuances te kunnen onderscheiden, deze zijn minder prominent aanwezig als op de voorganger. Babel knalt aan één stuk door, met een paar adempauzes. Wie zat te wachten op “Sigh No More – deel 2” zal veel plezier beleven aan dit nieuwe album. De vraag is alleen hoe lang deze ‘formule’ nog houdbaar is – sommige nummers zijn zwaar inwisselbaar en de teksten zijn er niet beter op geworden. Er staan echter ook een aantal (vrijwel gegarandeerde) prijsnummers op Babel, de band heeft het grootser aangepakt: veel van de nummers zijn zo voor te stellen op een grote festivalweide met een meezingend en –klappend publiek. De critici zullen ongetwijfeld de mond worden gesnoerd, want een ‘winnende’ band heeft altijd gelijk, nietwaar? En hoe lang Mumford & Sons blijft winnen zal van de luisteraar afhangen. Maar dankzij Babel zal er nog een hele tijd banjo op de Nederlandse radio te horen zijn – wie had dat pakweg 5 jaar geleden kunnen voorspellen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten