woensdag 27 januari 2016

Wednesday Words

Als je een schrijfcursus volgt raak je al snel geïnspireerd. Niet alleen tot schrijven, maar ook tot lezen. Vanavond hebben we veel boeken besproken, en met name (iconische?) openingszinnen. Dat is natuurlijk een grote bron voor discussie, want wat is nu dé perfecte openingszin?

Ik kwam er achter dat ik vrijwel geen openingszinnen uit mijn hoofd ken, maar dat ik wel moeiteloos het begin van enkele gedichten kan opzeggen, zoals 'I wandered lonely as a cloud', 'Ik zit me voor het vensterglas onnoemlijk te vervelen', 'Shall I compare thee to a summer's day', etc. etc. Vaak houdt het na die ene zin wel op, al zijn er een paar gedichten waar ik een verse of zelfs het complete stuk van ken.

Eén van de gedichten waar ik altijd de rest van moet opzoeken is Herinnering aan Holland van Henrik Marsman, en elke keer neem ik me voor om het gedeelte na het oneindige laagland uit mijn hoofd te leren. Op één of andere manier is dit mijn associate met 'thuis' en het maakt me heerlijk melancholiek.

Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan;
en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,
boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband.
de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten